Bonnetjes en wachtrijen
Eén van de dingen waarover ik me blijf verbazen is de Zweedse voorliefde voor bonnetjes en andere kwitanties. Je krijgt hier werkelijk bij alles een bonnetje. Een helpdesk? Eerst een bonnetje trekken en netjes in de rij aansluiten. In een bar een drankje bestellen? Oké, dan krijg je er een bonnetje bij. Zo kan je portemonnee bij thuiskomt dus net zo vol zijn als toen je vertrok (zij het van mindere waarde).
Eenzelfde enthousiasme tonen de Zweedse universiteiten als het aankomt op pasjes, pincodes en andere toegangsbelemmeringen. In al m’n jaren aan de TU in Eindhoven heb ik slechts twee pasjes overgehouden, hier ben ik inmiddels in het bezit van drie passen voor de universiteit. Eéntje is voor de bieb en de andere passen zijn voor toegang tot de twee campussen. Als het goed is komt er ook nog een algemene studentenpas en zodra ik de studentenvereniging betaald heb wordt die pas weer omgezet in een andere.
Een ander uitvloeisel van de Zweedse organisatiedrift is de noodzaak ten alle tijden netjes aan te sluiten achteraan de rij. Het maakt daarbij niet uit waar die wachtrij voor bedoeld is. Zo kon een medestudent niet afspreken op vrijdagmiddag want om drie uur is het zijn beurt om de gezamenlijke wasmachine te gebruiken. Daarvoor houdt men hier logboeken bij waarop je je dient in te schrijven. Dus vormen ook bij clubs en bars altijd nette rijen, behalve de aantrekkelijke vrouwen. Die mogen meteen doorlopen.