Niets dan de rust van de wind
Als je besluit om ’s middags drie uur te gaan fietsen heb je alle tijd om je hoofd leeg te maken. En leeggewaaid ben ik vanmiddag. Zoals gebruikelijk fiets ik eerst tegen de wind in, zodat je op de weg terug het wat makkelijker hebt. Ik ben echter zo lang tegen de wind ingefietst dat tegen de tijd dat ik terug wilde de wind al wat was gaan liggen. En dat in combinatie met mijn topografische kennis van West-Brabant bracht de teller pas na 3 uur en 45 minuten tot stilstand. Tja, wat moet ik richting Halsteren? Waar ben ik? Is dat een betere keuze dan Zierikzee? Waarom geven ze hier plaatsen in Zeeland aan?
Ja, ik was echt in de periferie van Brabant. Ik heb zelfs een snelweg gezien waar, zover ik kon kijken, slechts één auto reed. Van verbazing reed ik vervolgens bijna de berm in. Wellicht dat daar alle andere verkeersdeelnemers ook lagen, te midden van vele vraagtekens. Nee, hier was echt niets dan wind.
Die wind laat je soms afdrijven. Dat geldt ook voor je gedachten. Waarom komen er toch altijd ongepaste opmerkingen bij me boven als ik begrafenissen meemaak of zie? Vanmiddag reed ik ergens (wist ik het maar) en in tegengestelde richting kwam een begrafenisstoet. Achter de lijkwagen liepen zeker honderd mensen. Het was stil. Wat is hier gepast, rustig doorrijden? Terwijl ik de stoet passeerde bedacht ik me dat ik in ieder geval niet hoefde te rijden alsof de dood me op de hielen zat. Die ging immers de andere kant op.