Bali - deel II
Tweede deeltje van m’n vakantie op Bali. Het eerste deel gaat vooral over wat we gedaan hebben en waar. Hier komen nog wat andere dingetjes.
Het eiland zelf
Bali is een tropisch eiland, maar qua klimaat heel anders dan Singapore. Op Bali is het overdag behoorlijk warm (in de zon) en koelt het ’s avonds af en is het gewoon lekker koel. De stevige zeebries helpt daaraan goed mee. Dat is zó fijn als je Singapore gewend bent waar wandelen gelijk staat aan zweten en het nauwelijks afkoelt vanwege gebrek aan wind en de luchtvochtigheid. De natuur is hier verder hetzelfde qua begroeing, tropisch dus. Wat me opviel is dat de mensen op Bali heel religieus zijn. Iedereen offert hier elke dag fruit e.d. aan de goden en plaatst dat in bakjes van palmbladeren aan straat. Dus overal zie je die bakjes met daarin brandende wierook.
Het eten
Ik heb volgens mij nog nooit zoveel fruitsap, milkshakes en lassies op als in Bali. En het eten is in de vele restaurantjes doorgaan best goed. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk lokale gerechten te eten en dat is redelijk hetzelfde als wat je in Nederland bij de Indo kan krijgen. Natuurlijk is ook hier de Satay in pindanootsaus favoriet en rijst valt nergens aan te ontkomen in Azië. Gelukkig is het eten in Indonesië een stuk minder geolied dan in Singapore waar ze nogal gek zijn van frituren en kwistig oliegebruik onder het motto ‘Gij zult dichtslibben’. Ook een manier om de strijd aan te gaan met fastfood natuurlijk… Qua prijzen is het redelijk goedkoop voor Nederlandse begrippen, maar in vergelijking met Singapore is er weinig verschil.
Ik was trouwens nog nooit naar een Hard Rock Café geweest (je weet wel, van die t-shirts met hun logo + plaatsnaam). We wilden daar wel een dessert nemen. Het bleek echter vrij duur, dus besloten we te delen. Ongelooflijk waarmee die gasten aankwamen zetten! In je ééntje is zo’n dessert gigantisch en zelfs met z’n tweeën is het doorzetten. Amerikaanse portie zullen we maar denken…
De lange duim der wet
Tijdens één van onze dagtripjes konden Roy en ik er niet meer bij in de auto. Dus huurden we een motor voor ons tweeën. Ik had nog nooit achterop gezeten en zeker met dat gekkenhuis in het verkeer hier beloofde dat wat. Het viel uiteindelijk allemaal wel mee. Het verkeer is druk en chaotisch (de meesten hebben hooguit geld voor een kleine motor), maar zolang je maar het hetzelfde tempo aanhoudt is er weinig aan de hand. En je ziet veel meer dan in een auto. De tour ging trouwens naar Dreamland, een ontzettend mooi strand!
Hetzelfde gebeurt met taxibus bestuurders: die moeten een boete betalen want ze vervoeren toeristen. En dan wil de Polisi ook een deeltje hebben. Je wordt immers niet zomaar agent, dat wil namelijk iedereen wel vanwege het vaste salaris. Dus je betaalt de Polisi eerst 5000 euro en dan mag je agent worden. Het is een investering, maar afzetten van toeristen compenseert natuurlijk een hoop.